maandag 5 april 2021

Het nieuwe normaal of ook wel het ongebruikelijke gebruikelijk

 De wereld is al meer dan een jaar in de ban van corona en keer op keer wordt er gehunkerd en verlangd naar terug naar normaal. We leven met zijn allen in wat 'het nieuwe normaal' is gaan heten, maar weigeren dat te accepteren als een normaliteit die we zouden kunnen omhelzen. Logischerwijze. Het is verre van normaal om afstand van elkaar te moeten houden, het is zeer ongebruikelijk om overal je te vertonen met een mondkapje op en het is uitermate abnormaal om elke verkoudheid te koppelen aan mogelijk een potentieel dodelijke ziekte opgelopen hebben en je uit voorzorg laten testen. 
Toch hou ik nogal moeite met dat hele woord 'normaal' dat telkens klinkt. Alsof er zoiets zou zijn in het leven als een standaard, een norm, een wijze waarop het leven verlopen moet en zou behoren te verlopen en dat afwijkingen daarvan dus niet normaal te noemen zouden zijn. 

Veel liever zou ik daarom spreken van gebruikelijk versus ongebruikelijk. Het leven is immers op ongebruikelijke wijze wel degelijk als gebruikelijk doorgegaan. Iedereen eet nog dagelijks en slaapt in een bed (ervanuitgaande dat je niet dakloos bent). Iedereen heeft nog steeds de beschikking over al zijn bezittingen. Iedereen is nog daar waar hij of zij zich gebuikelijkerwijze ophield, in het eigen gezin, bij de eigen partner, in de eigen eenmanshuishouding of in het tehuis of de woonvoorziening. 

Zelf bevind ik me al langer dan een jaar met grote regelmaat op een plek die niet zo gebruikelijk is voor de meeste mensen. Het ziekenhuis. Aan het einde van het jaar 2019 begon die ongebruikelijke verblijfplaats meer voet aan de grond te krijgen in mijn bestaan, omdat mijn geliefde kwalen ging ontwikkelen die onderzoek vergden en naar later bleek tot operaties en ziekenhuisverblijven zouden leiden. Ons 'nieuwe normaal' werd dat we met grote onregelmaat in ziekenhuizen onze dagen sleten. Het werd bijna het nieuwe thuis. 
Eind 2020 was de boodschap dat het niet langer mogelijk was de verblijven in het ziekenhuis te verlengen, omdat het einde van behandelmogelijkheden in zicht was gekomen. 
En toen kwam er alsnog een opening. In een ander ziekenhuis kon nog wel het nodige gedaan. 
Onze gebruikelijke gang naar het ene ziekenhuis werd vervangen door meerdere bezoeken aan het andere ziekenhuis. 
En zo kwam er weer licht, waar de duisternis ingezet leek te hebben. 
 
Inmiddels zijn we al weer zo'n kleine twee maanden aan het verblijven in het ziekenhuis. 
Vandaag is het 2e Paasdag. 
En ik verblijf nu weer een paar dagen gezellig mee. 
En hoewel het verre van normaal is om in een ziekenhuis te verblijven vind ik het inmiddels zo gebruikelijk dat het wel degelijk normaal is gaan voelen. 
Terug naar ons oude normaal klinkt als een utopie. Op weg naar een nieuw normaal als een fantasie. 
We leven in wat nu gebruikelijk is en genieten van de goede ongebruikelijke momenten waarop we samen kunnen beleven wat er op een dag te beleven is in de kleine realiteit van een ziekenhuiskamer. 

Vandaag is dat gebak bij de koffie. Ongebruikelijk, maar heel normaal, want het is Pasen en ook in een ziekenhuis mag een vierdag gevierd worden met een tractatie die je niet verwacht. 

Laten we niet langer op zoek gaan naar 'terug naar het oude normaal', maar op zoek gaan naar ruimte binnen wat gebruikelijk is. 

Niets is meer wat het geweest is, zoveel weten we wel na een jaar coronatijd. 
Maar wie zegt dat het ooit was zoals het zijn moest? Misschien kunnen we nu op zoek naar een wijze van zijn waarin dat hele denken in normaal en abnormaal overboord kan? 
Het is gebruikelijk om overal het beste van te maken en dat kan ook onder ongebuikelijke omstandigheden!




dinsdag 23 februari 2021

Bevoorrecht

We leven nu al ongeveer een jaar met de dreigingen van een virus dat de hele wereld in zijn greep houdt. En door die dreiging staat de wereld al een tijd behoorlijk op slot. Thuisblijven is het devies en plekken vermijden waar mensen elkaar graag in grote getale treffen. Om dat te bereiken is er ook al tijden weer een lockdown en zelfs een avondklok. 
Alles wordt in het werk gesteld om mensen veilig te houden en dus zijn mondkapjes op veel plaatsen verplicht en staat op die plaatsen ook desinfectiemiddel klaar om de handen goed schoon te houden. En uiteraard kunnen er vragen gesteld over mogelijk in contact geweest zijn met patiĆ«nten die positief bevonden zijn. 
Mocht er ondanks deze voorzorgsmaatregelen toch nog iets optreden dat lijkt op verschijnselen van het gevreesde virus, dan is het de bedoeling naar een testlocatie te gaan en uit te laten sluiten dat het daadwerkelijk om het virus gaat. 
Werkelijk alles staat op zijn kop door dit alles. Het dagelijks bestaan wordt er door gekleurd in de levens van velen. 

Maar ik, ik bevind me in een merkwaardige bevoorrechte positie. Mijn jaar 2020 startte met een zieke man, die al in de eerste paar dagen van het jaar in het ziekenhuis terecht kwam en in de loop van het jaar daar nog heel wat meer keren naar toe ging, soms zelfs met spoed en vervoer door een ambulance. Dit gegeven maakt dat ik het hele jaar hoegenaamd geen last had van de effecten van een lockdown. Mijn hele leven was al in een soort van lockdown terechtgekomen, nu ons enige doel was mijn man door alle ziekteperikelen heen loodsen op een voor ons beiden zo comfortabel mogelijke wijze. 
Daar slaagden we soms prima in, in onze gezamenlijke miniwereld met twee woonlocaties waar we tussen pendelen al naar wens en mogelijkheden van dat moment. Soms slaagden we daar maar matig in, als ziekte ook in de thuissituatie de overhand kreeg en het samenzijn minimaliseerde tot bij elkaar zijn, zonder de vreugde van gesprek en bezigheid die gedeeld kan worden. En af en toe was het echt doorbijten en afzien, als de ziekenhuisperiode zorgelijk en moeizaam was. 
Mijn hele bestaan is al meer dan een jaar gekleurd door ziekte, maar van een geheel andere aard dan de ziekte die de wereld angstvallig buiten de deur poogt te houden en te krijgen zodra het virus toch binnengekomen bleek te zijn. 

Pas in de afgelopen weken kregen we te maken met testen om uit te sluiten dat het virus ons bereikt had. Mijn man moest opnieuw geopereerd en voorafgaand daaraan wordt nu standaard een covidtest gedaan, omdat de ervaring leert dat opereren en covid onder de leden hebben een slecht eindresultaat oplevert. 
Hij is tot op heden negatief gebleken, zoals we het hele jaar ook waarnamen, alhoewel enkele van zijn klachten verwantschap tonen met wat gezien wordt als covidsymptomen. 
Dat niet alle symptomen een zelfde oorzaak hebben moge duidelijk zijn. Hij is het levende bewijs. 

Doordat de ziekten van mijn man ons al meer dan een jaar in beslag nemen doen we moeite onze gezamenlijke kleine wereld zo aangenaam mogelijk te maken. En zo kwam er in de zomer van 2020 een hond in ons bestaan. 
En wederom bracht me dat in een bevoorrechte positie. De avondklok vormt geen belemmering om even met de hond een ommetje te maken. De hond maakt het mogelijk om tijdens een lockdown heel veel vrijheid te ervaren. 

Ook wonen we alletwee in een klein dorp, waar de wereld niet overkomt alsof een lockdown het hele openbare leven platlegt. 
De dorpelingen bekommeren zich om elkaar en menig sociaal contact krijgt een andere vorm, maar valt niet geheel weg. 

Ook ontdekte ik dankzij de lockdown dat beeldbellen geen gruwel is, zoals ik voordien vreesde, maar me reistijd besparen kan als ik een afspraak heb met mijn psychologe. Therapie via beeldbellen bleek een uitkomst en in zekere zin doeltreffender, omdat het besprokene nu letterlijk in de thuissituatie een plek had. 
Ook andere mogelijkheden van beeldbellen, zoals vergaderen bleken in het geheel niet zo verschrikkelijk als voordien gedacht. 
In zekere zin hebben de opgelegde beperkingen voor mij ook nieuwe werelden geopend. Mogelijkheden in beeld gebracht die ik anders nooit zou hebben uitgeprobeerd, vanwege mijn weerzin op voorhand. Nu er een noodzaak was, zette ik mijzelf er toe het minimaal te proberen en bleek mijn weerzin uiteindelijk vooral koudwatervrees geweest te zijn. Ik ben nu enorm blij met de technische mogelijkheden van deze tijd. En prijs me gelukkig dat ik me bevind in een wereld waar de middelen beschikbaar zijn om via deze technische middelen sociale contacten te kunnen onderhouden en een gevoel van ontmoeting te kunnen blijven ervaren. 

De wereld zoals we die tot 2019 normaal en vanzelfsprekend vonden blijkt niet meer te bestaan en zal vermoedelijk ook nooit meer terugkomen. Maar wat er langzaam voor in de plaats aan het komen is stemt me vrolijk en doet me realiseren hoe bevoorrecht ik ben dat ik in deze tijd mag leven, aan deze kant van de wereld, in dit land.