maandag 14 december 2020

Advent, hoop en verwachting

 Temidden van de wereldwijde pandemie gaan dingen ook gewoon door zoals altijd. Zo is er het kerkelijk jaar dat op dit moment zich bevindt in de adventstijd, de weken voorafgaand aan Kerst waarin hoop en verwachting centraal staat. 
Hoop, omdat temidden van wanhoop dat het enige is dat de mensheid redden kan. 
Verwachting, omdat we alsof het nog niet gebeurd is, opnieuw uitzien naar de komst van de Heiland, de heilbrenger. 

Heil, een woord dat een scherp contrast vormt met onheil. Onheil breng je niet, dat overkomt je. 
Heil kun je brengen, heil kun je bieden, heil is alles wat goed maakt wat nog niet goed was. 

De komst van de heilbrenger heeft veel teweeggebracht in de wereld. Tot op de huidige dag vieren mensen Kerst, zelfs als ze helemaal niets hebben met de Heiland die het Kerstkind is of zelfs geen flauwe notie hebben van zijn bestaan en het oude midwinterfeest weer zijn gaan vieren, waarbij de zonnewende (de kortste dag) centraal stond en licht de essentie vormt. 
Licht dat de duisternis verdrijven kan. Licht dat hoop biedt voor een nieuw seizoen van groei en bloei. Dat na een lange donkere tijd er toch weer licht daagt aan de horizon. Dat we 'ergens naar op weg zijn'. 

Juist nu, wordt er een nieuwe stevige lockdown aangekondigd.
Pal na het feest van Lucia, lichtbrengster. 

Hoewel we ons opgesloten kunnen voelen, door het woord lockdown, zou de essentie van deze tijd toch de hoop en verwachting op licht moeten blijven zijn. 

Licht dat vanaf 21 december weer letterlijk zichtbaar is, doordat de dagen langzaam zullen lengen (nou ja, het daglicht op elke dag). 
Licht dat allang in ieders omgeving steeds zichtbaarder is in de kerstverlichting die vele huizen van binnen en van buiten in het licht zetten. 
Licht dat we verwachten in de geboorte van het Kerstkind. 
En licht ook dat we kunnen zien gloren aan de horizon nu er meer en meer berichten zijn over een werkend vaccin tegen het virus. 

Het lastige van het virus is dat het ons de duisternis in blijft trekken, doordat we nauwelijks kunnen zien of ervaren waar het zich verscholen houdt. Mensen kunnen elkaar besmetten zonder een van beide zichtbare/merkbare klachten te krijgen. Dat maakt het tot een soort 'fantasie' in de ogen van velen die nog niemand in de nabijheid meemaakten die meer of minder ernstig ziek werd van het virus. 

De goede verhalen van mensen die het virus ondanks hoge leeftijd en/of onderliggende kwalen doorstonden en goed herstelden helpen ons hoop te houden op een goede afloop, maar voeden ook de fracties ongeloof die groeiende lijken als we afgaan op hoe mensen weer zijn gaan leven als in de tijd voor begin maart van dit jaar de eerste lockdown werd afgekondigd. 

Er is veel hoop te vinden in wat er in deze afgelopen maanden plaatsgevonden heeft. Mensen boorden hun creativiteit aan en vonden nieuwe manieren om elkaar hoop en steun te blijven bieden, dwars door de moeilijkheden heen, die we allemaal te doorstaan hebben. 
De saamhorigheid bleef bestaan, dwars door alle breuken die we ervoeren heen. 

Ooit zal het licht weer gaan schijnen. Hoelang dat duren zal weten we geen van allen. We kunnen slechts elkaar moed in blijven spreken en hoop houden dat onze verwachtingen op een lichtere wereld dan die we vandaag ervaren weer komen zal. 

Dat het leven dan anders zal zijn dan voorheen moge duidelijk zijn. 
Het Kerstkind maakt immers alles anders!